vrijdag 29 april 2011

The royal wedding


Grote gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit. Op een of andere manier vallen de huwelijksplechtigheden van gekroonde hoofden daar ook onder. En temidden van dit mediacircus is er nog altijd een buitencategorie te bedenken: het Britse koningshuis.
Bijna 30 jaar na het huwelijk van zijn ouders, Prince Charles and Lady Diana, was Prince William aan de beurt, die met Kate Middleton trouwde.

Het was de hele ochtend dan ook erg stil in de bibliotheek. Heel Nederland, maar in ieder geval heel Katwijk, zat aan de buis gekluisterd. Dat verbaasde mij niet. Bij de huwelijksplechtigheid van Charles en Diana had ik ook het genoegen om in de uitlening te staan, toen in de bibliotheek in Leiden en ook toen was het doodstil.

Bij het zien van de televisiebeelden bleef vandaag trouwens een gereserveerde stoel opvallend leeg.

Nu wil het toeval, dat ik met Ada en een viertal vrienden een week na HET sprookjeshuwelijk van 1981 op fietsvakantie ging in Yorkshire, een van de mooiste gebieden van het toch al mooie Engeland. Zeer veel etalages waren nog vol met memorabilia van the royal wedding. Diverse Britten, die we spraken, bekenden volmondig: "We enjoyed the wedding so much!"
Zo trokken we via de prachtige stad York naar the Yorkshire Dales, een ruig maar een toen helaas erg vochtig berggebied.

Dit was het gebied van James Herriot, de dierenarts, die bekend werd van zijn in "the Dales" spelende humoristische verhalen.

De boeken van James Herriot werden succesvol verfilmd als televisieserie.

Via the Yorkshire Moors keerden we terug naar Hull. Daarbij kwamen we door het vaak bezongen Scarborough.

En al die tijd zagen we overal etalages met Charles en Diana. En we weten allemaal, dat het sprookjeshuwelijk als een nachtkaars uit ging.

En dat alles met de paparazzi, waar William and Kate ook nog het nodige mee te stellen zullen krijgen.

Indien nodig, gaan de paparazzi over tot een paparazzia. Zo waren zij verantwoordelijk voor de dood van Lady Diana.
Ik behoor niet tot de paparazzi. U zult bij mij dus geen videobeelden aantreffen met de hoogtepunten van William en Kate. Dat scheelt weer een aanklacht voor het in bezit hebben van pornografisch materiaal.

donderdag 28 april 2011

WOW of wauwelen?

Het verzoek was met zorg omkleed: "Zou jij mee willen doen met het het uitleggen van BicatWise aan je collega's? Het gaat via de methode train de trainer!" Ja, en zeg dan als schaatstrainer in hart en nieren maar eens nee.
Derhalve kon ik deze donderdagmorgen opdraven om in een paar dagdelen de ins en outs van BicatWise te leren kennen.

Het begon al meteen goed. Aletta begon meteen over WOW-lijsten.

Voor de rest was het zaak om bij Aletta alert te blijven, want dat is het verraderlijke van BicatWise: het lijkt zo veel op Bicat. Maar juist daardoor zitten er veel adders onder het gras.

Het probleem daarbij is, dat deze adders pas naar boven komen, als de inmiddels getrainde trainers zelf de training gaan geven. Met Josien, Irene en Martine bleven we dus zo scherp mogelijk opletten. En dan merk je 's middags bij het oefenen, dat er toch al dingen zijn weggezakt. En dat kunnen we ons natuurlijk niet veroorloven: dat we bij de training aan de rest van het personeel staan te wauwelen.
Vooral de schrijver van dit artikel niet, die immers als modelkind in de wieg is gelegd en die zich zo diep kan concentreren, dat sommige collega's dat aanzien voor wegdommelen.

woensdag 6 april 2011

En Maria schreef in het zand

Gisterenochtend werd ik wakker met de zin "En Maria schreef in het zand" in mijn hoofd.

Ik had er over gedroomd en ik wist zeker, dat dit gedicht op de middelbare school tijdens de literatuurles behandeld was. Ik zei nog tegen Ada: "Volgens mij is het een gedicht van Gerrit Achterberg". Dat deel van mijn soms volmaakte droomuitleg klopte volkomen.
Wat echter niet helemaal klopte, was de titel. Die bleek bij het zoeken via google toch net een slagje anders. Het bleek "En Jezus schreef in 't zand" te zijn. Daar ik volledig uit kan sluiten, dat ik op school niet op zat te letten, zal het mijn katholieke opvoeding zijn geweest, die mijn onderbewustzijn in iets andere richting gestuurd heeft.


EN JEZUS SCHREEF IN 'T ZAND

Jezus schreef met Zijn vinger in het zand
Hij bukte Zich en schreef in 't zand, wij weten
niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.

De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
hadden gevoeld over een vrouw, van hete
hartstochten naar een andere man bezeten,
de schriftgeleerden stonden aan de kant.

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister, luister naar het lied.
En Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos
waarmee zij heenging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.

Gerrit Achterberg


Het schrijven in het zand is net als onze voetstappen op het natte zand van het strand: zeer vergankelijk.
Maar door deze droom zat ik wel de hele dag met het lied "Pilgrims" van Van der Graaf Generator in mijn hoofd, met daarin de zinsnede:
"Shining footprints on the wet sand
lead to the dream"

zondag 3 april 2011

Het psalmenoproer

Maassluis is in Nederland vooral bekend als de plaats, die een onuitputtelijke bron van inspiratie vormt voor Maarten 't Hart. Zaterdagavond kwam bij mij zijn historische roman "Het psalmenoproer" voor de geest.

Deze historische roman speelt zich af in Maassluis tijdens de 18e en het begin van de 19e eeuw. In 1773 werd in gereformeerd Nederland een nieuwe psalmberijming ingevoerd. Men moest ook sneller gaan zingen in plaats van de gedragen zang op hele, langgerekte noten. Nederland stond op z'n kop. De commotie over het psalmgezang werd algauw een uitlaatklep van de verpauperde onderklasse. Het vissersstadje Maassluis, dat te kampen heeft met teruglopende haringvangsten, wordt het toneel van een grimmige volksopstand. De muziek- en natuurminnende reder Roemer Stroombreker raakt door een amoureuze affaire met huid en haar betrokken bij het oproer. Naast pikante slaapkamergeheimen en hilarische domineesportretten zorgen natuurbeschrijvingen en muziek voor een levendige invulling van de historische setting.

Ada en ik zouden gaan luisteren, na 's middags gerepeteerd te hebben voor "Die Schöpfung", naar een concert in "Het witte kerkje" in Maassluis.
Het was op deze warme lentedag dus een dag, waar veel muziek in zat. En humor. Dirigent Paul Valk was onaangenaam verrast door de manier, waarop ongeveer de helft van het koor het woord "Sturz" uitsprak: met een Leidse R.
Toen we een stuk wat sneller hadden gezongen dan de bedoeling was, zei hij: "Dat was jullie tempo. Zullen we nu mijn tempo weer doen?"
Maar de uitsmijter was de fuga met een telkens terugkerend "Wir preisen dich in Ewigkeit". Dit moest telkens iets harder. Paul Valk kwam met Herman Finkers op de proppen om het ons duidelijk te maken: "Prijs de Heer, € 5,95. Prijs de Heer, € 7,50.
Prijs de Heer, € 12,50. Ja, we prijzen de Heer steeds meer!"
Na thuis gegeten te hebben waren we met de trein naar Maassluis afgereisd en door het centrum van dit stadje aan de Maas naar de kerk gewandeld, waar Ada een vorig concert van het koor van haar zus Marja had bijgewoond. Bij de Immanuelkerk aangekomen zagen we, dat het niet bepaald een witte kerk was. Er waren wel enkele witgeschilderde vlakken op de buitenmuren, maar om dit nou een witte kerk te noemen, dat was schromelijk overdreven.
Wel werd er een concert gegeven door een groot koor, samen met een shantykoor. Ada twijfelde. "Hoe heet dit koor?", vroeg Ada.
"Chapeau", was het antwoord.
"Dan zitten we hier niet goed", was de conclusie van mijn liefhebbende echtgenote.
Gelukkig waen we vroeg genoeg van huis vertrokken en na 3 keer vragen kwamen we uiteindelijk toch bij "het witte kerkje" terecht. Het kerkje lag in een vooroorlogse volksbuurt, verscholen achter vrij smalle straten.
Zodoende hadden we na een extra wandeling door Maassluis toch onze toegangskaarten voor het concert van Cantabile nog op tijd.

Het thema was "Hollandse meesters", waarbij Jan Pietersz Sweelinck een voorname rol speelde.

Het koor bracht voorts a capella een paar Latijnse nummers en enkele bekende zeemansliederen ten gehore, waarbij diverse zeemansdeunen dwars door elkaar gezongen werden.

Het blokfluitkwartet Capriola voerde daarna met Renaissancefluiten vierstemmig een aantal composities van Nederlandse componisten uit.

Daarna kwam Cantabile weer aan bod.

Na de pauze werd dezelfde volgorde aangehouden. Vooral de Vier redeloze zangen van Albert de Klerk, die humoristische gedichten van Daan Zonderland op muziek had gezet, vonden veel weerklank bij het publiek.

De graaf
Er woonde in Jemeppe
(Een plaatsje dicht bij Luik)
Een graaf die Vlaams en Frans sprak
En bovendien nog buik.

Vlaams sprak hij met de boeren
En Frans met de pastoor
En met zijn knechten sprak hij Vlaams
Met Frans er tussen door.

Doch buik sprak hij uitsluitend
In zijn studeervertrek,
Als hij behoefte voelde
Aan een intiem gesprek.

We hadden, kortom, een genoeglijke avond met mooie muziek. Het is maar goed, dat we bijtijds ontdekt hadden, dat we in eerste instantie niet bij de goede kerk terecht gekomen waren. Zodoende ontsnapte Maassluis aan een tweede psalmenoproer.