maandag 24 februari 2014

Een verlopen hippie

Vorige week kwam het hoofd frontoffice geheimzinnig op mij afgestapt.
"Ik moet je wat vertellen", zei Irene: "Er komt geen natuurijs meer."
Dat had ik zelf ook al bedacht. Deze winter zonder winter zit de wind vrijwel constant in de zuidwest- tot zuidoost-hoek en daar komt in het algemeen geen kou vandaan.

Toen ik een paar dagen later meldde, dat ik naar de kapper zou gaan, ervoer Irene dat als een persoonlijke triomf. Ik laat haar graag in die waan.
Nee, dan kent ze mij nog niet goed genoeg. Als ik zou willen, dan zou ik rustig mijn haar nog een jaar laten groeien. Ik heb in het verleden vaker met dat bijltje gehakt.


Sterker nog, hoe meer druk men op mij uitoefent, hoe dieper mijn hakken in het zand gaan.
Er is echter één persoon, voor wie ik een uitzondering maak. Mijn liefhebbende echtgenote, die af en toe zeer raak uit de hoek placht te komen met typeringen als: "Je krijgt een blubberbuik!"
Anderhalve week geleden had ze er nog zo eentje: "Je lijkt met dat haar wel een verlopen hippie!"

Dat ze mij na al die jaren samen nog aanduidt met "hippie", dat beschouw ik als een compliment. Maar dat verlopen....?
Ik heb zo'n vaag vermoeden, dat Koen Verweij deze termen niet naar zijn hoofd geslingerd krijgt.

Maar ja, hij maakte dan ook deel uit van de meest succesvolle Olympische schaatsploeg ooit: 70% van de maximaal te behalen 32 Olympische medailles op de langebaan waren voor Oranje. Na deze 23 medailles kan het de volgende keer alleen maar achteruit gaan.
Vanmiddag fietste ik na mijn werk naar de kapperszaak van Edwin Minnee. Onder het praten over zeer uiteenlopende onderwerpen verdween steeds meer "wintervacht" op de vloer van de uitvinder van het door Sotsji zeer actuele homoschaatsen.
Het gaat weer een jaar duren, voor ik er weer uit zie als een verlopen hippie....

zondag 16 februari 2014

Maison d'être

Gisteren ben ik in de zoveelste storm 3 keer naar het centrum van Leiden gefietst. Eerst ging met Ada naar "De Helianth", de tweede keer fietste ik naar Leiden Centraal, waar ik de trein naar Haarlem na om bij Soellaart de nieuwe buitentent van de Eureka Susten 3XP op te halen. Bij bar Wolkers aan het Spaarne nam ik samen met Tim de Beer een warme chocolademelk, terwijl we even bijpraatten.
's Avonds om 6 uur reden Ada en ik na de zinderende 1500 meter naar Leiden Centraal, waar we de trein naar Rotterdam pakten.

In bar Bar aan Schiekade 201 gingen we naar het themafeest van Maison d'être.
Het thema van de mede door Ike georganiseerde avond was "smaak". Dit kwam tot uiting in de diverse gerechten, die we kregen voorgeschoteld. Maar ook door een serie "Smakeloze grappen".
"Wat is het verschil tussen orale en rectale temperatuurmeting?"
"De smaak!"

En dan deze. Komt een oude vrouw bij de dokter: "Vroeger moest ik me altijd helemaal uitkleden. Tegenwoordig hoef ik alleen mijn tong maar uit te steken...."

Daarnaast was de jonge schrijfster Deborah Klaassen, een oud-klasgenote van Ike, van de partij. Ze las tweemaal een stuk van haar hand voor. Het eerste "smakelijke" stuk kwam uit haar roman "Bek dicht en dooreten".

Aan het slot van het driegangenmenu las Deborah nog een stuk voor over de manier, waarop een kakkerlak genoot van een rijstkorrel. Ik heb er smakelijk om moeten lachen.
Niet veel later kregen we een chocolaatje met meelworm geserveerd. De smaak was goed. Dat gold ook voor de gefrituurde sprinkhaan. Daar was ook niets mis me. Alleen bleven er wat vliesjes tussen de kiezen steken.
Over de gevolgen van het sprinkhanen eten kan ik nog niets zeggen. Mocht ik de komende dagen ietwat springerig gedrag vertonen....

Als tegenhanger van het insectenmenu was er gelukkig "De bebaarde brouwer".

Ik heb een viertal mij onbekende biertjes geprobeerd. Bij deze subjectieve test kwam "Harrie" van de Kaapse Brouwers als smakelijkste naar voren.

De organisatoren van Maison d'être hadden wederom een proeve van bekwaamheid afgeleverd.

zondag 9 februari 2014

De Waterwolff

In mijn jeugdjaren heb ik als MAVO-scholier een werkstuk gemaakt over de geschiedenis van de Haarlemmermeer. Geboren en getogen in Nieuw-Vennep fietste ik 5 jaar lang naar Hoofddorp op en neer, waar men op R.K. MAVO "Porta Vitae" dusdanig op mijn komst was gesteld, dat men deze modelscholier een jaar langer het goede voorbeeld aan de medeleerlingen liet geven.
Bij het maken van het werkstuk over het ontstaan van het Haarlemmermeer uit 4 kleinere meren, stuitte ik op de term "de Waterwolf".
Waterwolf als bijnaam van de Haarlemmermeer. Joost van den Vondel vond bijvoorbeeld al dat die "wrede Waterwolf", die ook Amsterdam bedreigde, met vereende krachten bestreden moest worden: dat was hij (Vondel) met Leeghwater eens. Door deze waterwolf van de Haarlemmermeer verdwenen in 1591 en 1611 de dorpen Vijfhuizen, Nieuwerkerk en Rietwijk.

Nu we het met Joost van den Vondel, een der grootste dichters uit onze literatuurgeschiedenis, toch over taal hebben: boven ziet u zowel het Haarlemmermeer als de Haarlemmermeer staan. Het meer stamt uit de tijd, dat het Haarlemmermeer nog echt een meer was, de Haarlemmermeer komt uit de tijd na de droogmaking. Het is eigenlijk een afkorting van de Haarlemmermeerpolder. Vandaar het lidwoord de!
Gisterenavond ging ik met Bas en Annemieke Warnink naar DeWolff, die in "De Duycker" in Hoofddorp optraden. DeWolff ontmoette de waterwolf. Veel lager dan op de bodem van de Haarlemmermeer kun je niet optreden: 5 meter onder de zeespiegel.
Met de fiets reed ik naar Leiden Centraal, waar ik de trein naar Hoofddorp nam en naar het Cultuurcentrum wandelde. Aan de toog van de bar kwamen we Ad Huiberts tegen, een van de vaste gasten uit "De Hobbit", met wie ik in de jaren '70 regelmatig over literatuur en muziek van gedachten wisselde.
Om kwart voor 9 begon het voorprogramma. Een zesmansformatie speelde muziek in de stijl van de Swinging Soul Machine.

Maar de hoofdact was natuurlijk DeWolff. Ze speelden veel onbekend werk. Ze hebben een nieuwe cd opgenomen, die vermoedelijk in april uitkomt.

Maar met wat voor enorme dosis energie treedt dit trio op.

We stonden vrij vooraan in de zaal en konden zo goed de mimiek op het gezicht van met name zanger/gitarist Pablo van de Poel goed zien.
Ik kan u verzekeren, dat Breed tevreden was.

Na een tweetal lange toegiften zat het optreden erop. Toevalligerwijze stonden we te praten voor de artiesteningang op het moment, dat de bandleden naar buiten kwamen. We raakten aan de praat met de broers Pablo en Luka van de Poel.
Terwijl Annemieke de bus naar Nieuw-Vennep nam, namen Bas en ik een afzakkertje in het café van "De Duycker", waar we het, hoe kan het ook anders, hadden over muziek, zoals van de Syd Barrett-achtige Jacco Gardner.

Maar ook over de vergeten folkgroep Wargaren.

Ondertussen genoten we van "Malle Babbe".

En dan bedoelen wij niet de muziek van Rob de Nijs, maar dit product uit Haarlem.

zaterdag 8 februari 2014

Gloria

Het KNMI kwam gisteren met een analyse van de windrichting van deze "winter". Door de enorme hoeveelheid diepe depressies hadden we vrijwel constant wind uit de zuidwesthoek.

Volgens mij was er geen diepgaande analyse nodig geweest om tot deze conclusie te komen. Iedere fietser kon je vertellen, wat een waardeloze, natte en winderige winter dit was. Ik kan mij niet heugen om zo vaak nat geregend te zijn als in het afgelopen kwartaal.
Vanmorgen vertrok ik in de stromende regen op de fiets naar de bibliotheek aan de Hoorneslaan, waar ik moest helpen om de vloerbedekking los te trekken. Binnen 5 minuten zweette ik alsof ik een berg op aan het sprinten was. Binnen het uur waren de grote stukken eruit, maar toen kwam de ellende pas: kleine stukken vloerbedekking onder kasten, vastgeschroefde tafelpoten en rond kabelgoten.
Uiteindelijk lukte het me om ook de laatste hardnekkige hoekjes vloerbedekking los te krijgen.
"Jij bent wel een doordouwer", zei het hoofd frontoffice tegen me. Dat kon deze duursporter met doorzettingsvermogen wel beamen.
Het was om 1 uur droog, toen ik met Evelien Steenbeek naar de Marelandschool fietste, waar we om 2 uur zouden repeteren voor de Misa Criolla. Door mijn plichtsbesef miste ik wel de 5 kilometer voor de mannen in Sotsji, waar Nederland goud, zilver en brons pakte.

Ik wil de buitenlandse concurrentie niet ontmoedigen, maar sinds Willem-Alexander koning van Nederland is, heeft Oranje bij alle internationale toernooien het goud gepakt....
Dat krijg je ervan, als je een Elfstedencrack als koning krijgt. Als kroonprins heeft hij zijn onderdanen het goede voorbeeld gegeven.
Was het in Sotsji Hollands glorie, in Leiden weerklonk om koningin Maxima te plezieren het Argentijnse Gloria.

Onder leiding van de immer goed geluimde Wim de Ru zongen we het hele "Gloria" uit de Misa Criolla door voor de uitvoeringen op 2 en 4 april, waarvoor u via de site van de Leidse Koorprojecten nu reeds kaarten kunt bestellen.

Voordat we van start gingen, waren er wat huishoudelijke mededelingen. Er werden logeeradressen gezocht voor de Argentijnse muzikanten van Opus Cuatro. Dat ging gepaard met de vraag: "Wie wil er een Argentijn?", waarop een vrouw antwoordde: "Doe mij er maar twee!"
Nadat we het "Gloria" helemaal hadden doorgezongen, kwam het "Aleluia" van Ariel Ramirez uit Misa por la Paz y la Justicia aan de beurt.

Het lijkt makkelijker, dan het is. Maar we hebben nog een viertal repetities om alles onder de knie te krijgen. En anders hebben we nog dit "Gloria" achter de hand.

Op weg naar huis kwam ik op deze glorieuze Jante Vernhout tegen. Mijn trainingsmaat is sinds kort ook overgestapt op de klapschaatsen. Sotsji gaat ze niet meer halen, maar Pyeongchang....

woensdag 5 februari 2014

Het land van Nils Holgersson


Het was gisterenavond net zo druk in de Leidse IJshal als vorige week dinsdagavond. En net als 7 dagen geleden werd het verschil gemaakt door een groep nieuwkomers.

Het bleek een groep Deense scholieren te zijn, die in het kader van een uitwisselingsprogramma naar Nederland waren gekomen en zodoende kennis maakten met de meest Hollandse sport, die maar denkbaar is: schaatsen.
Nu is ons Deens niet meer wat het geweest is, maar gelukkig reed de fameuze Noorse crack Mårtin Långbrøk gisterenavond ook op het spiegelgladde ijs aan de Vondellaan.

De Scandinavische talen hebben veel van elkaar weg, dus dat was een kolfje naar de hand van Mårtin Långbrøk. Hij wees de Deense jeugd erop, dat het het handigste is, als zij ook gewoon tegen de klok in blijven rijden.

Hoe het mogelijk is, is mij een compleet raadsel, maar de Noorse schaatsbond heeft besloten om hun geheime wapen Mårtin Långbrøk niet mee te nemen naar Sotsji. Nu is hij geen man om bij de pakken neer te gaan zitten, dus vertrekt hij binnenkort naar het land van Nils Holgersson.

In Sverige gaat deze stoere Viking in de buurt van Falun op een Zweeds meer, dat bedekt is met 20 cm dik ijs, de Alternatieve Elfstedentocht schaatsen.

Ik voorspel u: met Mårtin Långbrøk erbij is het spel binnen de kortste keren op de wagen.

Een tweede voorspelling, die ik hier doe, is eigenlijk meer een waarschuwing: maak in de buurt van Mårtin Långbrøk geen grappen over kabouterschaatsen in het land van Nils Holgersson, want de kans is groot, dat het u net zo slecht zal bekomen als Nils Holgersson zelf, die als straf voor het sarren van en het denigrerend doen over een kabouter zelf tot minimale proporties verschrompelde.

Tart Mårtin Långbrøk dus niet!

maandag 3 februari 2014

Een koude oorlog

Een van de meest tumultueuze Elfstedentochten vond plaats op 3 februari 1954, vandaag exact 60 jaar geleden. Over deze Tocht der Tochten, die door Jeen van den Berg gewonnen is in een toptijd, die pas in 1985 door Evert van Benthem verbeterd zou worden, is een zeer leesbaar boek geschreven: "Een koude oorlog".

In het boek "Een koude oorlog" reconstrueert Dirk Vellenga de Elfstedentocht van 1954. De herinnering aan het tumultueuze verloop van deze wedstrijd bezorgt een aantal van de schaatsers die vooraan meestreden zelfs na vijftig jaar nog een kille huivering.
De auteur verzamelde de stof voor dit boek door de grote namen van toen (Jeen van den Berg, Anton Verhoeven, Jan Charisius, Aad de Koning, Jeen Nauta en vele anderen) op te zoeken en hun anekdotes, ontberingen en snoeverij te noteren voordat dit onmogelijk is geworden. Daarnaast bestudeerde hij nauwgezet de onlangs vrijgegeven archieven van de Elfstedenvereniging en een groot aantal andere bronnen.
Uit al dit materiaal kneedde Vellenga het uiterst levendige beeld van een wedstrijd: van de voorbereidingen, de nerveuze nacht voor de tocht, de kleding, het eten en drinken tot en met de animositeit in het schaatserspeloton vol koppige eenlingen die elkaar voor geen cent vertrouwen.

"Een koude oorlog" is geschreven vanuit een consequent vertelperspectief dat de illusie biedt dat alles zich voltrekt terwijl je het boek leest. Terloops ontstaat een haarscherp beeld van een tijd: een beeld van het dagelijks leven waarin de radio nog grotendeels de collectieve ervaring bepaalt, de geur van soberheid en zuinigheid die over alles hangt, de botsing tussen amateurisme en professionalisme (1954 is ook het jaar waarin Nederland profvoetbal krijgt). En hoe de schrijver daar zelf, aanwezig als jongetje van zes, tussen staat. Op 3 februari 1954 begint zijn bewuste leven.
Vandaag werd bekend, dat er een onbekende film is opgedoken van de Elfstedentocht van 1954.

In 1956 werd er weer een Elfstedentocht gehouden, waarbij de vijfkoppige kopgroep hand in hand over de finish ging.

Dat er niet werd gesprint is alleen te begrijpen als men weet, dat Aad de Koning, Jeen Nauta en Anton Verhoeven in 1954 ook in de kopgroep hadden gezeten. Jan van den Hoorn en Maus Wijnhout sloten zich als "nieuwkomers" bij het Pact van Vrouwbuurstermolen aan, dat als voornaamste doel had te voorkomen, dat Jeen van den Berg opnieuw de Tocht der Tochten zou winnen.
De vijf werden niet als winnaars erkend. De koude oorlog van 1954 bleef voortduren. Tussen de neven Jeen Nauta en Jeen van den Berg is het nooit meer goed gekomen.