zaterdag 26 september 2015

"Je hebt me gered!"

Na alle regenbuien van de afgelopen week was het een verademing om op een zonnige dag de Halve marathon van Katwijk te mogen lopen. Voor hetzelfde geld hadden we zo'n plensbui op onze kop gekregen, terwijl we ploeterden in de duinen of op het strand, of nog erger, als we stonden te wachten op het startschot.

Om even over 9 zaten we op de fiets naar de binnenstad van Leiden, waar we bij "De Helianth" inkopen deden voor het weekeinde. Terwijl Ada nog nog even doorfietste naar de markt, reed ik met de boodschappen naar huis, waar ik om kwart voor 11 naar de Hoofdbibliotheek van Katwijk fietste. Hoef je een keer niet naar je werk en dan ga je er toch heen!
De reden was trouwens uiterst pragmatisch. Daar kon ik mijn fiets veilig stallen en mijn lange IJVL-broek uittrekken en mijn korte hardloopbroek aandoen. Ik wandelde 20 voor 12 naar de Boulevard.
Ik had verwacht, dat net als de afgelopen jaren het atletendorp bij de Vuurbaak zou zijn. Dat bleek niet het geval. Deze bleek op het Andreasplein te zijn.

Ik had gevoeld, dat het warmer was als bij de weersvoorspellingen, dus mijn zweethemd verdween in mijn rugzak, die bij de garderobe werd afgegeven. In het hardloopshirt van de Leidse IJshal begaf ik me naar het startvak.

Onderweg naar de start was ik naast Dick van der Plas mijn collega's Josien Messemaker, Tanja Mieremet en Angela van der Plas tegengekomen. Totaal ontspannen startte ik behoorlijk ver naar achteren, waar ik speaker Teun de Reede even gedag kon zeggen, toen ik de startstreep passeerde. Ik had niet ingelopen, alleen goed opgerekt.

De eerste kilometer op de Boulevard gebruikte ik als warming-up.

In de duinen begon mijn inhaalrace naar de middenmoot. Het ging erg lekker, al had ik af en toe last van de wandelaars van de Halve marathon van Katwijk, die ons tegemoet kwamen lopen. Ze liepen keurig aan de kant, daar niet van, maar je kon op dat moment niet inhalen. Veel tijdwinst kon je hier niet boeken, maar het haalde je wel een beetje uit je ritme.
Desondanks schoof ik steeds verder naar voren. Ik had het idee, dat ik lekker doorliep, tot het moment, dat we bijna het Panbos betraden. Daar kwamen op een stuk van 200 meter 4 renners ons tegemoet gelopen: de koplopers van de 15 en de 21 kilometer.
"En wij maar denken, dat we flink doorliepen", zei ik tegen mijn buurman.
Dat deed ik verhoudingsgewijs wel in het Panbos, waar ik vooral met de afdalingen telkens weer enkele plaatsen won. De van Hans Boers geleerde truc werkt nog steeds perfect: laat je armen slap langs je lichaam hangen, hang zelf een beetje naar voren en laat de zwaartekracht het werk doen, terwijl je met grote passen naar beneden snelt. Het werkt echt!
In de duinen ging ik hier dan ook mee door. Zo dichtte ik het gat met Marijke Rog, die een meter of 100 voor me liep. Deze atlete van Voorschoten '97 kom ik regelmatig tegen bij lopen in onze omgeving. We lopen ongeveer even snel, alleen zij kan sprinten....
In de afdalingen boog ik de achterstand om in een voorsprong, die ik niet meer uit handen zou geven.
Met 52 minuten bruto schatte ik in, dat ik de eerste 10 kilometer in ongeveer 50 minuten had volbracht. Geen toptijd, maar het zwaarste deel van de halve marathon moest nog komen. Vlak voor Wassenaarse slag kregen we een paar flinke klimmen voor onze kiezen, terwijl het in de luwte van de duinen aardig warm begon te worden.
Dat was over, toen we het strand op liepen. Langs de branding zag je individuele lopers en kleine groepjes als een lang kralensnoer richting Katwijk lopen. Om half 3 zou de vloed zijn hoogste stand bereiken, dus het stuk stevig strand begon steeds smaller te worden.
Als rechtgeaarde polderjongen gebruikte ik een boerenslimheid. Waar vrijwel iedereen rechtdoor liep naar de waterlijn, sloeg ik bij de strandtenten rechtsaf. Zo kon ik een meter of 300 langer over betonplaten lopen. Dit scheelt toch weer een beetje kracht. En deze hadden we wel nodig, want we hadden met een noordoosten wind de wind pal tegen.
Door het mulle zand liep ik naar de branding, waar ik vrijwel meteen werd bijgehaald door een vrouw.
"Blijf maar achter me lopen", zei ik: "Ik hou je wel uit de wind op het strand. De laatste kilometer kun je versnellen, want ik kan toch niet sprinten."

Ze maakte dankbaar gebruik van het aanbod van deze diesel.

Er waren nauwelijks lopers, die ons inhaalden op de 6 kilometer over het nog redelijk beloopbare strand, maar we raapten wel diverse lopers op. Het tempo was dus strak genoeg. Ik schatte in, dat ik nog steeds op de 1.50 zat, mijn doelstelling voor vandaag. Met een loopster, die mij als een schaduw volgde, buffelde ik door richting witte kerk.


Daar wachtte een onaangename verrassing. We moesten nog een meter of 400 doorlopen over het hier verrot getrapte strand. De lopers van alle afstanden behalve de 5 kilometer hadden hier hun voetsporen achtergelaten. Na bij een paal gekeerd te zijn, liepen we weer terug naar de duinopgang richting Andreasplein. Hier had ik een tempoversnelling van mijn metgezel verwacht, maar deze bleef achterwege.

Zo werd ik 118e in een brutotijd van 1.52.03 en Sabine Hoeke 119e op 2 seconden. De nettotijd zou uiteindelijk 1.50.29 worden. Geen toptijd, maar daar was het op het strand vandaag te zwaar voor. Na de 122e plaats in zowel 2013 als 2014 loop ik hier dus nog steeds stabiel rond deze plek.

Ik praatte nog even na met Sabine, die me omhelsde en zei: "Je hebt me gered!"

Voor degenen, die meteen het beeld voor zich zien van een romantische film, waarin de mannelijke held een weerloze vrouw redt en die dan steevast eindigt in een nog veel inniger omhelzing, ik moet u in dat geval teleurstellen.

Zoveel heb ik niet gered.


Ik heb alleen de wind gebroken, maar Sabine Hoeke heeft toch echt zelf de tweede plaats in de categorie vrouwen van 35 tot 44 verdiend.

Zelf stond ik op grote afstand van het podium. Een diesel pakt nu eenmaal niet zoveel prijzen. Maar deze week wel veel publiciteit dankzij Dieselgate. Tot in China aan toe!

Deze diesel heeft inmiddels wel een verzoek gekregen om me komende week in Wolfsburg te melden voor een controle mit Deutsche Gründlichkeit.

Men heeft het vermoeden uitgesproken, dat ik al jaren niet schoon schaats, loop en rijd....
Na water gedronken te hebben en naar oeroude Katwijkse traditie een harinkje te hebben gehapt, raakte ik in gesprek met een schaatstrainer, die er afgetraind uit zag. Hij had de 10 kilometer gelopen. Meer durfde hij niet aan.
"Vroeger heb ik de Halve marathon van Katwijk diverse keren gelopen, maar sinds ik een hartaanval heb gekregen, durf ik niet meer aan die afstand te beginnen."
Een te hoog cholesterolgehalte bleek als een sluipmoordenaar te werk te zijn gegaan. Het zijn dus niet alleen (te) dikke mensen, die een hartaanval krijgen! Eens te meer voel je je dan dankbaar, dat je in een goede gezondheid verkeert.
In de drukte op het Andreasplein heb ik mijn trainingsmaten Dick van Beelen en Robert Nozeman, die 68e en 77e zijn geworden, gemist. Ik wandelde rustig naar de Hoofdbibliotheek om via de nieuwe bibliotheek in Valkenburg, waar het open dag was in het Dorpshuis, naar de volkstuin te fietsen, waar ik Ada kon omhelzen.

donderdag 24 september 2015

Met skeelers in de touwladder

Toen ik gisterenmiddag om 4 uur naar buiten keek, had ik de hoop om 's avonds te gaan skeeleren al opgegeven. De regen kwam met bakken naar beneden zetten. Toen ik een uur later vanaf de nieuwe bibliotheek in Valkenburg naar huis fietste, was het droog, maar nog wel zwaar bewolkt.

Desondanks begon de bewolking te breken en om een uur of 6 kwam de zon zowaar nog door. Om 7 uur zat ik wederom op de fiets om naar de skeelerbaan van Leiderdorp te rijden.
Vorige week was ik op werkbezoek bij mijn trainingsmaat Arthur van Winsen. Gezeten op de tandartsstoel had hij me uitgenodigd om mee te komen skeeleren bij de training, die Marieke van Hoek zou geven.
Deze tandarts weet tenminste, hoe je een bezoek aan zijn praktijk zo aangenaam mogelijk moet maken! Dat gold echter niet voor alle oefeningen, die Marieke voor ons in petto had.

Het begon heel onschuldig met 4 rondjes inrijden. Aansluitend moesten we 4 rondjes rijden met de nadruk op de bocht. We dachten allemaal, dat het wel redelijk ging, maar we werden snel uit de droom geholpen door deze marathonschaatsster: "Het zijn muizenpasjes die jullie maken."

Maar daar had deze trainster wel een oefening voor. Sinds vorige week geldt er in Nederland een verbod op het laten optreden van wilde dieren in een circus.

Maar vervolgens werd een kwintet trainingsbeesten wel gedwongen aan een circusact mee te werken. Dompteur Marieke toverde een touwladder tevoorschijn. Hierin moesten we uit stilstand pootje over doen. In de vakken van het touwladder!
De eerste stappen was ik bang, dat mijn tandarts in zijn vrije tijd alsnog aan de slag zou moeten. Bij het neerzetten van de skeelers reed je of vooruit of achteruit, hetgeen niet helemaal de bedoeling was.
"Als je vooruit rijdt, dan zet je je druk te veel naar achteren, als je achteruit rijdt, ligt de druk te veel op je punten", kregen we te horen.
En inderdaad, gaandeweg vond je het juiste drukpunt en stond je stabieler. De uitnodiging om de oefening met pootje over naar rechts te doen vond ik echter nog te riskant.

Na de circusact overleefd te hebben, mochten we weer 4 rondjes rijden met wederom de nadruk op de bocht. Het ging al wat beter, maar nog niet goed genoeg. Derhalve werden we wederom onderworpen aan het touwladder, hetgeen trouwens aanmerkelijk beter ging dan in de eerste sessie.
We mochten weer een viertal ronden skeeleren met de nadruk op de bocht. Daarna bleef de touwladder achterwege. De trainster was kennelijk bang, dat we ladderzat zouden worden.

In plaats daarvan kregen we een andere moeilijke oefening. Vrijwel vanuit stilstand moesten we in de bochten versnellen. Wat is het moeilijk om je skeelers dan goed te plaatsen. Vooral je linkerbeen gaat dan te veel naar binnen.
Het werd al wat beter bij de volgende oefening: je skeelers zo lang mogelijk met 4 wieltjes op het asfalt houden op de bocht. Het gekke is, dat het dan ineens een stuk makkelijker gaat, doordat je je focus verlegt. Zo simpel kan het soms zijn!

Hierop borduurden we voort. We moesten de afzet gaan verlengen. Stukje bij beetje lukte het steeds beter. We moesten in de bochten versnellen zonder de frequentie te verhogen, maar gewoon door steeds meer druk te zetten. En zowaar, dat lukte steeds beter.
Aan het eind van de training kregen we van deze toptrainster het grootste compliment: "Het ziet er veel beter uit dan aan het begin!"
En zo voelde het ook. Ik had dat niet verwacht, toen we begonnen aan de circusact met skeelers in de touwladder.

maandag 21 september 2015

Bodyscan

Bij het horen van de term "bodyscan" denken de meeste mensen meteen aan de scanner uit het ziekenhuis, waarbij je hele lichaam doorgelicht wordt. Vaak is er iets behoorlijk mis, als je hiermee in aanraking komt.

Vandaag kregen wij in de bibliotheek eveneens te maken met een bodyscan. Dit was er eentje van een totaal andere orde. We kregen deze bodyscan tijdens de tweede sessie van de bedrijfscursus mindfulness.

We moesten ontspannen op een stoel gaan zitten met de ogen het liefst gesloten, terwijl we ons op die delen van ons lichaam moesten concentreren, waar cursusleidster Maaike van der Marel ons met haar stem naar toe leidde. Bij mijn benen voelde ik betrekkelijk weinig. Alleen mijn kuiten deden wat betreft de aandacht mee. Dat werd echter totaal anders, toen het bovenlijf aan de beurt kwam. Het gevoel werd steeds sterker. Vooral het enorm krachtig samentrekken van de buikspieren, een oefening die bij het inzingen van het koor goed getraind is, bleef me goed bij.
Ook het krachtig samentrekken van de gesloten ogen was bovengemiddeld. Dat was het zeer zeker ook het geval bij een collega van me. Zij was bij deze oefening in slaap gevallen!

We waren trouwens de ochtend begonnen met de vraag, wat onze ervaringen waren na de eerste cursusdag. Mijn meest mindfulle ervaring was afgelopen woensdag, toen ik onverwachts handelend op moest treden als BHV-er. Zolang ik hier mee bezig was, was ik kalm en gedecideerd, doch zodra mijn taak erop zat stond ik te trillen op mijn benen.

Bijzonder leerzaam was het onderdeel, dat werd aangekondigd als de 4 G's. Dit is, ondanks de associatie ermee, toch iets totaal anders dan de 3 J's.

De 4 G's staan voor de cirkel van Gebeurtenis, Gedachten, Gevoel en Gedrag. Er gebeurt iets, je gaat daar over denken, je gevoel gaat er mee aan de haal en dat uit zich in een bepaald gedrag. Zo lang het positief is, is er niets aan de hand. Maar iedereen kent wel de negatieve spiraal, waarin je ook terecht kunt komen. Als je er eenmaal in zit, probeer er dan maar weer eens uit te komen. Het is dan net als met fietsen in de heuvels: naar beneden ga je harder dan omhoog!
Natuurlijk weet ik, dat ik positief moet denken, maar dat gaat zomaar niet. Blijkens een wetenschappelijk onderzoek is 70% van de gedachten negatief. Op zich geen cijfer om van wakker te liggen. Gedachten komen en gaan. Blijkens datzelfde onderzoek passeren er per etmaal maar liefst 40.000 gedachten je geest. Duizelingwekkende aantallen.

Toch is de negatieve spiraal te doorbreken, ondanks de 28.000 negatieve gedachten. Er komen dagelijks dus ook 12.000 positieve gedachten langs. Dit is de sleutel. Probeer je te focussen op wat goed gaat of wat je goed doet. De basis van iedere mentale training.

Als laatste oefening kregen we een paar gedachtenexperimenten. Uit een paar korte verhaaltjes bleek, dat je veel zaken zelf invulde. Gedachten, die ver bezijden de waarheid waren, werden ingevuld alsof het vaststaande feiten waren. Iets om over na te denken!
Tot slot kregen we nog een vragenlijst met 11 vragen, die we in moesten vullen en in kleine groepjes bespreken. Bij mij kwam bij het beantwoorden ervan deze vraag naar voren, die iemand eens aan me gesteld had: "Je bent zeker wel hard voor jezelf?"
Ik kon niet anders dan deze vraag volmondig met "Ja" beantwoorden. Ik ben voor anderen veel milder dan voor mezelf. Als duursporter moet je af kunnen zien en dat lukt het best, als je hard voor jezelf kunt zijn. Anders wordt het soms lastig om de eindstreep te bereiken.

Van Maaike van der Marel kreeg ik desondanks deze leestip mee.

En zo kreeg ik naast een bodyscan als toegift ook nog een mindscan....

Nelleke Noordervliet

Afgelopen zaterdag kwam er een klant vragen, of wij in de bibliotheek luisterboeken hadden. Die hadden wij inderdaad. Ik liep met hem naar de kast met gesproken boeken. Op weg daar naar toe vroeg ik hem, of hij iets bijzonders zocht.
"Nou", kreeg ik te horen. Het is voor mijn vader. Hij ziet bijna niets meer. Hij houdt veel van literatuur. Nelleke Noordervliet is trouwens een nicht van hem."

Bij de kast aangekomen was het eerste luisterboek, waar mijn oog op viel, "Snijpunt".

Het leuke was, dat het boek werd voorgelezen door de schrijfster zelf.
"Wat is dat leuk", zei de verblufte klant: "Wat zal mijn vader dat leuk vinden om de hem welbekende stem van zijn nicht te horen!"
Ach ja, we hebben als bibliothecaris regelmatig een dankbaar beroep.

zaterdag 19 september 2015

Schuurfeest met Haagsche kakker

Vlak voordat ik gisteren klaar was met mijn uitleendienst kwam de man van de vrouw, die woensdag na een lelijke val naar het LUMC was gebracht met een ambulance, de bibliotheekmedewerkers verrassen met een Haagsche kakker.

Dit als dank voor de goede zorg voor zijn vrouw, die gelukkig niets gebroken had en met wie het nu naar omstandigheden redelijk gaat.
Daar het teamwork betrof was de keuze simpel: de Haagsche kakker verdween naar de kantine.
Na een stuk van dit smakelijke krentenbrood geproefd te hebben fietste ik naar huis, waar Ada een verrassing voor me in petto had: een schuurfeest.

Ze wilde graag de deur van de schuur op de volkstuin schilderen en iedere klusser weet: voor je kunt schilderen, moet er eerst geschuurd worden. Dus fietste ik met mijn vrouw via de Formido naar de tuin, waar de deur gelicht moest worden. Daar de enige plek op het tuinencomplex, waar elektriciteit was, 200 meter verderop was, moesten we de deur daarheen sjouwen en na het schuren, dat mijn vrouw vakkundig deed, weer terugtillen naar onze schuur.

Daar ik vanmorgen en vanmiddag moest werken op de Hoofdbibliotheek, deed mijn vrouw de boodschappen en ging daarna de deur en nog wat vaste delen van de schuur schilderen.
Vlak voor tijd werd ik gebeld. De verf was op. Ik had al beloofd om na mijn werk naar de tuin te komen. Daar de verf op was kreeg ik het verzoek om via de Formido te fietsen en hetzelfde blik Verfijn te kopen. Dat deed ik graag.
Ik reed via de Nachtegaallaan. Aan het begin van de klim kwam ik Dick van Beelen tegen, die volgende week ook de Halve marathon van Katwijk wil gaan lopen.
Aan het eind van de afdaling werd ik ingehaald door Douwe Kinkel, die met een trainingsmaat in de duinen had gefietst.

"Sluit maar aan", kreeg ik te horen en op de Cantineweg en de Kooltuinweg ging het in het zog van 2 racefietsen behoorlijk rap. Tot 38 kilometer kon ik hen bijhouden. Jan gaf er nog een extra snok aan en toen moest ik passen met als topsnelheid 37,99 kilometer per uur.
Gelukkig wachtte het duo even op me zodat ze me verder op sleeptouw konden nemen.
Ik was derhalve sneller met de verf op de tuin, dan Ada verwacht had: "Ben je eerder vertrokken op je werk?"

Dat bleek dit schilderachtige figuur echter niet.
Na de planten in de kas water gegeven te hebben, fietste ik via mijn schoonouders om een pakketje groente af te leveren. Ik heb nu eenmaal een reputatie als ideale schoonzoon op te houden.

donderdag 17 september 2015

Van Dartmoor naar Cornwall


De zon scheen, toen we om een uur of 7 wakker werden. Gisteren ontbrak die totaal. We ruimden alle spullen, die we te drogen hadden gehangen, netjes in de fietstassen.

Aan het bordje aan de wand te zien deed de ruimte, waar we onze fietsen vannacht hadden gestald, dienst als officiële trouwlocatie.

Ik vermoed, dat de papegaai dan een andere plek heeft....
Dat hadden wij ook bij het ontbijt. We hadden het English breakfast met gebakken ei en bacon en geroosterd brood met marmelade.

Ondanks al dat lekkers zat ik met een bedrukt gezicht aan de ontbijttafel. Ik had vanaf het ontwaken een stekende pijn in mijn rechterschouder.
Overbelasting? Een gevolg van de hele dag in de regen rijden? In mijn slaap iets afgekneld?
De oorzaak wist ik niet, wel dat ik mijn schouder tot twee maal toe met spiroflor in ging smeren, meestal een probaat middel.
Na de £ 80,- betaald te hebben, vertrokken we vanaf "Mount Tavy Cottage" naar Tavistock. In dit stadje aan de rand van Dartmoor gingen we op zoek naar een goede kaart van Cornwall. In de outdoorwinkel hadden ze die niet, maar zij verwezen ons naar een tweede fietsenmaker in Tavistock. Daar konden we eindelijk een goede overzichtskaart kopen. Vandaar konden we op weg naar Launceston.

Het eerste dorp, dat we aandeden, was Millhill. In mijn jeugdjaren werd er wel eens gecollecteerd voor de paters van Millhill. Ik heb er geen een gezien, maar Millhill ziet er erg leuk uit!
We volgden de route en kwamen door Otterley, dat niet op de kaart stond. Zaten we goed?
Gelukkig wel. Zodoende kwamen we bij het nietige Chipsop uit na een flinke klim. We daalden af naar Catbridge om weer vrij steil te klimmen over holle heggenwegen.

We daalden af naar Horsebridge, waar "The Royal Inn" voorlopig de laatste kans was om wat te kunnen drinken. Dat deden we dan maar. Ada nam koffie, ik een potje thee.
De schouder had het aardig gehouden. De meeste last had ik bij het remmen met rechts. Het constant moeten remmen in de regen had er dus wel mee te maken.

We staken bij Horsebridge de rivier Tamar over en reden Cornwall binnen.



Het eerste welkom in deze prachtige county was een klim van 3 kilometer. Met mooi uitzicht, dat wel.

Daar we telkens beken kruisten, was het een zware tocht met constant klimmen en dalen. Het dalen ging trouwens voorzichtig. Door de heggen had je immers geen zicht op wat voor verkeer er om de hoek aan zou komen.
Wat we in ieder geval wel tegen kwamen was een heuse ford. Voorbij Lezant moesten we door een niet al te diepe beek heen fietsen. Meteen daarna was het lopen. De helling was te steil voor een fiets met bepakking. Dat was geen feest voor mijn rechterschouder.
Wat ook geen feest was, was dat Launceston maar niet dichterbij leek te komen. Toen ik op de kaart keek zag ik, dat Launceston nog 2 heuvels te gaan was, terwijl het een omweg was naar de plek, waar we heen wilden.
We wendden de steven en koersten aan op South-Petherwin, waar we op een "gammel" muurtje onze lunchpauze hadden. Met een stevige bodem in de maag vervolgden we de weg naar de A 30. Nu hebben we in Engeland wel vaker langs een A-weg gereden, maar dit was van een andere orde.
Aan de rand van een vierbaansweg, vergelijkbaar met de A 44, reden we 2 kilometer naar Holyway Cross, waar we in 2 etappes deze snelweg over moesten steken om in Polyphant uit te komen.
Tijdens de tocht door een soort tunnel van over de weg heen groeiende bomen vloog er een meter of 500 lang een enorme roofvogel vlak voor ons uit. Het was vermoedelijk een sperwer.


Bij Trethinna kwamen we eindelijk op de route naar Altarnun, dat we na een flinke klim en dito afdaling bereikten. Tot onze stomme verbazing zagen we, dat hier een bordje "Camping" stond. Het kostte nog een flinke klim voor we bij "Travellers Rest" een plekje voor onze tent op mochten zoeken.
We werden geholpen door de zoon van de eigenaresse. We betaalden £ 10,-. We hadden de kaarten nu pas goed bekeken, omdat we naar Bolventor wilden naar "Jamaica Inn".

Helaas was deze herberg uit het gelijknamige boek van Daphne du Maurier vanaf deze kant alleen over de A 30 te bereiken.

De zoon van de eigenaresse bood aan om er met ons heen te gaan, maar toen we hoorden, dat hij uit Thailand over was omdat zijn moeder er slecht aan toe was na een zware operatie, sloegen we het genereuze aanbod beloofd om "Jamaica Inn" alsnog te kunnen zien af.

We zochten een andere Inn uit om de avond door te brengen en vonden deze op een kilometer afstand: "The Rising Sun Inn". Tegenover deze pub lag trouwens een eveneens niet op de kaarten aangegeven camping.
Langs onze camping trapten we naar Altarnun, waar we in de dorpswinkel eten kochten voor het avondeten.

Het ijsje aten we op bij de stenen brug over de beek bij de kerk.


Op het veld van "Travellers Rest" kookte Ada de snijbonen en fruitte de ui, hetgeen samen met Cornish pasty een eenvoudige doch voedzame maaltijd opleverde. In de pasty waren aardappels en schapenvlees verwerkt. Of zoals een schaapsherder het ooit uitdrukte: "Sommige schapen zetten hun carriere voort in de horeca!"
Vanaf onze bank op de camping keken we uit op de heuveltoppen van Dartmoor in de zon, terwijl we de aardbeien met yoghurt verorberden.
Toen de zon achter de wolken verdween, was het ineens een stuk kouder. Voor het eerst deze vakantie had ik mijn t-shirt met lange mouwen aan onder mijn fleece en daaronder mijn zweethemd met windbreker.

In "The Rising Sun Inn" las ik in een Britse krant, dat gisteren in 24 uur gevallen was, wat normaal in 7 weken naar beneden komt. Nou, dat hadden we gemerkt!
Gezeten achter een ale uit Cornwall waren we in deze pub na 47 kilometer klimmen en dalen inmiddels aardig opgewarmd.

woensdag 16 september 2015

Een harde klap

Vanavond had ik op de skeelerbaan in Leiderdorp skeelerles moeten geven aan de G-schaatsers. Door de vele regen vermoedde ik al, dat het niet door zou gaan. Vanmorgen had ik daarom een ommetje gemaakt via "De Klip" en was ik via de duinen van Wassenaar naar Katwijk gefietst. Het regende behoorlijk. Op het fietspad in de duinen ben ik geen enkele andere fietser tegengekomen. Dat maak je eigenlijk nooit mee.

Ik hoop in ieder geval, dat we over 10 dagen beter weer hebben bij de Halve marathon van Katwijk, als dit mooie duingebied ons voorland is.
Aan het eind van de middag ontvingen we een sms-je van Gerard van Tol, dat de skeelertraining daadwerkelijk geschrapt was. Dat kwam me eerlijk gezegd goed uit. Mijn hoofd stond er niet naar door een ongelukkige valpartij op mijn werk.
Het was net voor sluitingstijd. Ik liep net met het gereserveerde boek "Oersterk eten" in mijn handen naar de balie, toen ik achter mij een harde klap hoorde.

Ik draaide me om en zag een vrouw op haar rug onder aan de trap liggen. Ik had meteen in de gaten, dat dit serieus was. Ik liep meteen naar de oude vrouw toe. Ze draaide wazig met haar ogen en ik kon geen contact met haar maken.
Ik hield haar hand vast en ik was bang, dat ze bewusteloos zou raken. Desondanks deed ik verder niets om haar te verplaatsen. Bij de "levensreddende handelingen" bij de BHV-cursus heb ik meerdere keren gehoord, dat je mensen met nekletsel absoluut niet moet verplaatsen als dat niet strikt noodzakelijk is. Ik wist niet, of daar hier bij de achterwaartse val van de trap af sprake van was, maar het was zeker niet uit te sluiten.
Waar ik echter banger voor was, was een schedelbasisfractuur. In de eerste minuten was ik bang, dat ze zomaar zou kunnen sterven, terwijl ik haar hand vast hield.
Inmiddels had ik opdracht gegeven om 1-1-2 te bellen. Zowel collega's als klanten waren behulpzaam. Via de telefoon gaven we door wat er aan de hand was, terwijl het ambulancepersoneel wat instructies gaf. Inmiddels was de vrouw wel weer aanspreekbaar. Gelukkig.
Inmiddels zagen we wel, dat er bloed op de vloer onder haar hoofd lag. Maar zolang de vrouw bij kennis bleef en zelfs wat helderder werd, leek het ons het beste om haar in die houding te laten liggen. Wel werd in opdracht van het ambulancepersoneel de defibrilator klaargezet voor het geval het toch fout mocht lopen.
Terwijl ik op zoek ging naar een deken om haar niet te veel af te laten koelen, legde een collega heel voorzichtig een handdoek onder het hoofd.
Een minuut of 10 na het telefoontje kwam de ambulance voorgereden. Een collega wachtte buiten de ziekenauto op. De brancard werd met de 40 jaar oude lift naar beneden gebracht. Ik deed de zware lift open en het eerste wat de ambulanceverpleegster zei was: "Wat is dit een gevaarlijke lift!"
Het ambulancepersoneel nam het van ons over. De vrouw zou naar het LUMC gebracht worden. Haar man zou meerijden. En ook weer teruggebracht worden.
"Dat is bij de prijs inbegrepen", zei een ziekenbroeder.
Er was echter een probleem. Hij kon niet zo ver lopen en de auto stond op een plek voor betaald parkeren. Ik haalde de biebauto op en reed met hem achter me aan naar de Parklaan, waar het gratis parkeren is. Hij stapte bij mij in de auto en ik zette hem af bij de ambulance, waarmee hij mee kon rijden naar Leiden.
Tot het moment, dat ik de biebauto weer geparkeerd had, was ik uiterst kalm. Toen ik het kleine stukje naar de Hoofdbibliotheek liep, leek het wel of ik stond te trillen op mijn benen.
Je weet, dat dit soort ongevallen kan gebeuren in een openbare bibliotheek. We hebben het als team allemaal keurig volgens het boekje afgehandeld. Maar die draaiende ogen van een vrouw, die weg lijkt te zakken, hadden er toch wel ingehakt.
Zozeer, dat mijn hoofd er niet naar stond om skeelertraining te geven. En dat wil bij mij heel wat zeggen....

dinsdag 15 september 2015

Drassig Dartmoor

De regen kletterde nog immer vrolijk door. Het gisteren nog droge veld was drassig geworden. Als je naar de w.c. ging, liep je te soppen. De vraag was: "Wat doen we?"
Vandaag zou het blijven regenen tot de middag. We besloten de kletsnatte tent op te ruimen. Deze hingen we te drogen in de doucheruimte, waar we bij de afwastafels ontbeten. Het kletterde nog harder dan ervoor.

Om 10 uur zat de nog behoorlijk natte tent op de fiets en verlieten we camping "Churchill Farm". We zaten al snel op de route, waarbij sommige holle wegen waren veranderd in halve beken. Gelukkig reed er niet al te veel verkeer rond.
Al vrij snel kwamen de eerste echte klimmen in de buurt van Scoriton. Hier zagen we een tweede dode das liggen.
We volgden de bordjes met High Moorland Link. Dit was een stuk makkelijker dan telkens in "Fietsen rond Het Kanaal" te kijken.

Na 9 kilometer fietsen hadden we om kwart voor 11 onze eerste pauze al. In Holne was een community-shop met tearoom. Hier namen we cappuccino en hot chocolate. De regenkleding kon even een beetje uitdruipen, wij konden een beetje opwarmen.

Hierna begon het echte werk. We gingen klimmen naar Combstone Tor.

Na de veeroosters gepasseerd te zijn, werd het hoe hoger we kwamen hoe desolater.

Doordat we een klein beetje in de wolken kwamen te fietsen, werd het wel wat droger, maar vooral ook windiger. Koeien, schapen en Dartmoor-paarden waren in hun element.

Wij iets minder, al genoten we volop van het woeste landschap.

Wat was dit ruig en mooi tegelijk.

We daalden af naar het stuwmeertje om door te stoempen naar de grote granieten rotspunten van Combestone Tor.

Hier stapten we af en wandelden naar deze Tor toe.

Er omheen was het heel drassig, zodat wij zigzaggend tussen de plassen en waterstroompjes over het gras liepen.



Een steile afdaling bracht ons naar de volgende beek. Na iedere beek moet je weer klimmen. Dat deden we dan maar. De klim was vrij lang, maar niet al te steil. Dat kon niet gezegd worden van de afdaling naar Hexworthy: 25%!

Met een fiets met bepakking is dat nauwelijks te doen. Temeer daar de remblokjes van zowel mijn voor- als mijn achterwiel aardig waren afgesleten.
Ik daalde voortdurend remmend staand met mijn rechterbeen op mijn linkerpedaal, zodat ik mijn linkerbeen als extra rem kon gebruiken door deze op het asfalt neer te zetten. De steilste stukken liep ik.

Zonder brokken bereikten we de B 3357, die ons over een golvend wegdek naar Two Bridges bracht. Vanaf hier was het nog maar een klein stukje naar Princetown toe.

Waar ik op gehoopt had, gebeurde: ik zag een bord met "Bicycles for hire". Daar kon ik proberen om mijn remmen te vervangen of anders in ieder geval strakker te laten zetten.
Het laatste gebeurde. De fietsenmaker belde naar Tavistock, waar we bij Dartmoor Bikes de remmen konden laten vervangen. Hij legde nauwkeurig uit, hoe we er konden komen.
Voordat we dat deden, namen we eerst een kop pompoensoep in "the Fox Tor Café", waaraan de fietsverhuur verbonden was. Een beetje opgewarmd begonnen we aan de afdaling naar Tavistock.

Er zaten enkele behoorlijke klimmen in de 9 kilometer tussen Princetown en Tavistock, maar met een afdaling van 12% en eentje van 13% overheerste het dalen.

Net buiten Princeton kregen we een prachtig uitzicht voorgeschoteld. We zaten op 400 meter hoogte en daar het helderder was geworden met zelfs een klein streepje blauw aan het hemelgewelf, kon je eindeloos ver kijken.



Kale heuveltoppen met stenen muurtjes en schapen en heel in de verte het Kanaal. Zo konden we toch toch nog genieten van het drassige Dartmoor.

De fietstocht langs het Kanaal hadden we definitief verlaten, toen we vlak voor Tavistock een Bed & Breakfast vonden bij "Mount Tavy Cottage". We laadden de bagage af en reden door naar "Dartmoor Cycles" aan de andere kant van Tavistock. Op weg naar de fietsenmaker passeerden we de 1000 kilometer van de vakantie.
Terwijl de remmen zouden worden vervangen, deden wij inkopen. Dit Bed & Breakfast naast een heuse boarding school bood de mogelijkheid tot self catering. In de Morrison kochten we gemengde groente, een slamix, yoghurt, ber en cider en niet te vergeten aardbeien.

Om kwart voor 6 waren we terug bij "Mout Tavy Cottage", waar we de tentspullen in de grote ruimte naast ons verblijf uithingen om te kunnen drogen. Dit gebeurde onder het toeziend oog van de papegaai.

Daarna werd het tijd om de natte kleding eindelijk uit te kunnen trekken en middels een warme douche onszelf een beetje op te kunnen warmen na 46 kilometer fietsen.
Na de maaltijd haalden we deze totaal verregende dag drassig Dartmoor nogmaals voor de geest. Vooral de dichte mist onder de top van Combestone Tor riep de sfeer op van "The Hound of the Baskervilles" van Arthur Conan Doyle.

Wat dat aangaat hebben we alles gehaald uit deze doorweekte doortocht door Dartmoor.