vrijdag 28 april 2017

Familietrekjes


Zonder dat we de deur bij elkaar platliepen, waren we toch een hecht gezin. Natuurlijk was er in een gezin van 12 kinderen wel eens onenigheid, maar echte ruzie is er nooit geweest. Het meest kenmerkende vond ik de verdeling van de boedel na het overlijden van mijn vader in 2002. Alles ging in volmaakte harmonie, er werd niets geëist, maar vooral gegund.

Sommige van deze familietrekjes waren terug te vinden in het in memoriam op de site van de Hobaho, waar onze oudste broer Kees jarenlang als intermediair werkzaam is geweest.
Ik ga hier wat citaten uit halen, omdat deze kenmerkend zijn. Daar ik niet voor mijn broers en zussen kan spreken, vergelijk ik dit met familietrekjes, die ook op mij van toepassing zijn.

"Een niet genoemd maar ook belangrijk talent van Kees was zijn eenvoud en bescheidenheid." Wij zijn er goed in om onszelf weg te cijferen. In een gezin met 12 kinderen leerde je immers van jongs af aan om te delen. Toch was ik nog bescheidener dan Kees. Met mijn 1.70 was ik een centimeter of 10 kleiner....
"Kees Breed was gezegend met een ongebreidelde interesse in alles wat het bloembollenvak betreft en had daarnaast een fabelachtig geheugen." Zelf mag ik ook niet klagen over mijn geheugen. Ik put er heel regelmatig uit voor mijn blog. Maar eerlijk is eerlijk. In mijn oudste broer moet ik mijn meerdere erkennen!
"Kees vond zichzelf niet zo bijzonder, hij stelde zijn ongelofelijke hoeveelheid kennis beschikbaar voor iedereen die er mee geholpen was." Als bibliothecaris doe ik dat ook. Dat is vanzelfsprekend. Het is de kern van het vak.

"De vraag naar het minder bekende assortiment vergt nu eenmaal specialistische kennis over aard, kwaliteit en herkomst van deze producten. Dat allemaal uitzoeken kostte toen veel tijd. Geduldig en rustig als Kees was, hoorde je nooit een weigering of bezwaar als je een dergelijke opdracht aan hem overdroeg." Zelf leef ik op mijn werk helemaal op als ik lastige vragen krijg. Bij Bibliotheek Katwijk deden we ooit mee aan de Krakercompetitie, waarmee we de halve finale net misten, doordat de naam "Golfbrekers" niet origineel genoeg geacht werd.

Daarbij lieten we grote steden als Rotterdam, Den Haag en Utrecht achter ons. Ook bij Al@din, de online vraagbaak van bibliotheken, kwam het vastbijten in lastige vragen goed van pas. De karaktertrek, die hier voor zorgt wordt doorzettingsvermogen genoemd. Onder elkaar zeggen we wel: "Een Breed houdt niet van opgeven!"

"Heel rustig deed hij zijn werk en als hij niet zo bijzonder was zou hij bijna onopvallend zijn klanten kunnen bedienen." Het eerste deel van deze zin is ook op mij van toepassing, maar om nou te zeggen, dat ik onopvallend ben....?





We zijn thuis opgegroeid met het degelijke "Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg." Veel van mijn opvoeding is aardig gelukt, maar dit beslist niet!


"Men wist dat Kees serieus was, vaak beter wist dan de betreffende kweker wat iets waard was en hij genoot een groot vertrouwen van iedereen in het vak." Als je mij zo bezig ziet, dan is het laatste, waaraan men denkt, dat zo iemand serieus is. Wat dat aangaat huizen er 2 zielen in mijn borst, die van de clown en die van de asceet. Ik probeer alles wat ik aanpak serieus aan te pakken. Ik bereid me uiterst serieus voor op de Elfstedentocht en loop daarvoor zelfs marathons. Als je iets doet, dan doe je het goed en als je ergens aan begint, dan maak je het gewoon af.

Als je dat in je sport doet, dan neem je die eigenschap gewoon mee naar je werk. Dat doe ik stiekem ook. Maar niet verder vertellen, hoor!

"Deze opstelling heeft Kees Breed meer bijzonder gemaakt dan dat hij zichzelf realiseerde." Dat besef kwam 4 jaar geleden, toen hij tot zijn verrassing werd benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau. Voor mij is dat niet weggelegd. Ik maak meer kans als er een nieuwe orde in het leven geroepen wordt. Dan wordt ik vast en zeker Hofnar in de orde van Oranje-Nassau.

donderdag 27 april 2017

Koningsloop

Wij Nederlanders mogen graag mopperen. En dat, terwijl we het in ons land eigenlijk best wel goed hebben. Natuurlijk kunnen er diverse zaken best wel beter, maar als je het gaat vergelijken met de rest van de wereld, dan hebben we het in ons kleine landje aan de Noordzee gewoon goed getroffen. Of zoals een van mijn trainingsmaten het uitdrukte: "Natuurlijk hebben we het hier goed. Heel Afrika wil hier wonen!"

Hetzelfde geldt voor ons staatshoofd. In Engeland zouden ze zeggen: "It could be worse!", en in Groningen: "'t Kon minder!". En daar hebben ze gelijk in. Er lopen op deze aardbol heel wat potentaten rond met bloed aan de handen en anders zit er wel een steekje aan hen los.

Iemand, die voor zichzelf een paleis laat bouwen met 1000 kamers is in mijn ogen niet goed snik.

Maar voorlopig is dit bevriende staatshoofd nog niet uitgebouwd.

Nee, wat dat aangaat hebben we het getroffen met onze koning. Willem-Alexander vervult zijn verbindende taak prima.

Hij is ondanks de glazen kooi, waarin hij vanaf zijn geboorte moet leven, gewoon met beide voeten op de grond blijven staan.

Dat klinkt gewoon, maar dat is het niet. Welk staatshoofd durft een zo openhartig interview te geven, waarin hij zijn gevoelens durft te laten zien? Ik ken ze niet.
Hij vertelt over het verlies van zijn broer Friso. Ik herken dat maar al te goed door het overlijden van mijn oudste broer Kees. Het gezin zal nooit meer compleet zijn.


Zoek de 7 verschillen! Het kunnen er ook meer zijn....
Een ander groot verschil is, dat Willem-Alexander altijd omringd is geweest door beveiligers. Wij moesten het doen met een beschermengel. Maar dat is wel een heel goede!

Onze koning zal ongetwijfeld ook een goede hebben, maar in deze tijden van terrorisme en terreurdreiging is het wel zo verstandig om er zelf ook wat aan te doen. Een staatshoofd is in de ogen van terroristen natuurlijk de hoofdprijs.

"Mijn beveiligers klikten niet bij mijn ouders, dat was een afspraak die we hadden", aldus de geïnterviewde. En die beveiligers had hij altijd rondom zich. Toen hij voor de marathon van New York trainde in zijn studietijd in ons prachtige Leiden, liep hij een paar keer in de week naar Hoogmade, waar hij langs het huis van tante Miep kwam. Er liepen altijd een paar beveiligers met hem mee.
En zodoende moet hij het gevoel missen, wat iedere polderjongen zo goed kent: in je eentje in een kale polder tegen de wind in beuken. Het is niet altijd leuk, maar het geeft je wel een speciaal oergevoel: de strijd tegen de elementen.

Vanmorgen ging ik die weer aan, toen ik van huis uit aan de Koningsloop begon. Langs de weilanden aan de rand van de Stevenshof liep ik in de regen op deze koude Koningsdag. Natuurlijk had ik kunnen wachten tot het droog was, maar met de marathon kun je ook zulk weer treffen en dan moet je er ook doorheen.

Na een klein rondje door het park "Ter Wadding" kwam ik een paar roeiers tegen, die aan het trainen waren onder begeleiding van een trainster op de fiets.
"Zijn jullie aan het trainen voor Tokyo?", vroeg ik.
Deze vraag hadden ze niet verwacht, want ik kreeg geen eenduidig antwoord. Toen ik even later na de uitleg werd ingehaald door zowel de roeiers als de trainster, maakte ik ruim baan voor deze fietsster. Ik wilde de Olympische droom niet verstoren.

Ondertussen dacht ik na over de marathon op de Olympische Spelen. Waarom stuurt Nederland geen geroutineerde recreant mee naar Japan? Ik haal gegarandeerd de finish, ik doe er 2 keer zo lang over als de winnaar en ben dus 2 keer zo lang in beeld. Een prima reclame om te laten zien, dat je als zestiger nog steeds fit genoeg kunt zijn om de 42.195 af te kunnen leggen.

Door Noord-Hofland en langs de rand van de Stevenshof voltooide ik in het zonnetje deze training in de aanloop naar de marathon van Leiden.
Daar zocht ik na me gedoucht te hebben het stuk op, waarin Willem-Alexander zijn verhaal vertelt over zijn Elfstedentocht in 1986. KLIK HIER VOOR HET HELE INTERVIEW en ga dan naar 43 minuten en 19 seconden om het verhaal van Willem-Alexander van Buren te kunnen beluisteren.

Een koning, die de Elfstedentocht uitgeschaatst heeft, heeft bij deze "zwartrijder", die op herhaling ging, duidelijk een streepje voor.

In zijn studiejaren in Leiden was de kroonprins een van de vele schaatsers in de Ton Menken IJsbaan.

Gemeente Leiden, u wilt toch niet, dat kroonprinses Amalia als zij straks in de Sleutelstad komt studeren, niet op een kunstijsbaan zal kunnen schaatsen in deze mooie stad?
Het leuke van dit interview is verder, dat er ook beelden in zitten van "De Horsten". Voor Hans Boers en deze deelnemer aan de Koningsloop zeer herkenbaar, want wij trainen met enige regelmaat samen in dit koninklijke landgoed.

dinsdag 11 april 2017

Bergse bossen

Vanmorgen ging de wekker om kwart over 6. Dat was ook nodig, want om 7 uur moest ik op de fiets zitten, daar ik met mijn collega's Annemarie en Josien met de trein naar Driebergen zouden reizen, waar we een cursusdag voor Ondernemingsraadsleden hadden.
Met de bus reden we van station Driebergen naar het dorp Driebergen, waar we nog een kilometer moesten wandelen naar de "Bergse bossen".

De eerste gang was naar het toilet, dat ik vandaag zeer frequent zou bezoeken. Dat was geen wonder, want de plaspil had ik veiligheidshalve pas ingenomen na de reis met trein en bus. Wat dat aangaat kon ik mijn lol op.

De ochtendsessie ging over gedwongen ontslagen wegens disfunctioneren en welke rol de OR daar bij heeft. Wanneer komt de OR in beeld en wat zijn haar rechten.
Na een zoutarm middageten maakten we een wandeling door de bossen tegenover de "Bergse bossen".

Het middagprogramma ging over vrijwilligersbeleid in de bibliotheken. Vrijwel iedere bibliotheek heeft er tegenwoordig mee te maken. Het gevaar van verdringing van werknemers door vrijwilligers kan daarbij op de loer liggen.

De dag werd afgesloten in het restaurant, waar de zoutarme zalm met garnalen het voorgerecht vormde en de eveneens zoutarme schelvisfilet het hoofdgerecht.

Het smaakte prima. Het bier was alcoholvrij. Aan het toetje kwamen we niet meer toe vanwege de bus, die we wilden halen. Maar ja, ik zit dan ook nog in de vastentijd.

maandag 10 april 2017

De Hallen

Ik had nog net voldoende zoutarm brood voor het ontbijt over voordat ik naar bakker Raaphorst fietste, waar ik 2 bestelde broden ophaalde. Daarmee fietste ik door naar mijn werk, waar we met vrijwel alle collega's naar Amsterdam zouden vertrekken voor een bezoek aan "De Hallen".

Voordat ik op mijn werk was, kon ik met eigen ogen zien, hoe files ontstaan. Om half 9 ging de brug tussen Rijnsburg en Katwijk aan den Rijn open voor een vrachtboot. Midden in de spits! Je moet eens zien, hoe snel je dan een rij auto's en fietsers bij elkaar hebt.
Op mijn werk aangekomen was het eerste wat ik deed een toiletbezoek. Katwijk mag dan de Uitwateringssluizen hebben, ik kan er ook wat van!

Met een eveneens vertraagde bus vertrokken we naar Mokum, waar we over het Surinameplein en de Hoofdweg reden. Toen ik in de jaren '70 op de Frederik Muller Akademie zat, kwam ik hier dagelijks 2 keer langs als ik van en naar Nieuw-Vennep meereed met de bus van Centraal-Nederland.

Vanaf de Kinkerstraat was het ruim 100 meter lopen naar "De Hallen", waar we in het leescafé het verhaal hoorden achter dit bijzondere gebouw. De plek waar ooit de eerste elektrische trams in Amsterdam werden onderhouden heeft een nieuw leven gekregen. In de voormalige tramremise, een rijksmonument gebouwd tussen 1902-1928, is nu "De Hallen" midden in de 19e eeuwse stadswijk Amsterdam West gevestigd.

Doordat er gekozen is voor een aantal sterk uiteenlopende samenwerkingspartners is er een mix ontstaan, waarbij de som meer is dan het geheel der delen. Niet zelden werd het aantal verwachte bezoekers 2 tot 3 maal overtroffen. Als we dit bij de Noordzeepassage ook kunnen bereiken, dan mogen we in onze handen knijpen.
Na het toilet in een tijdsbestek van een half uur tweemaal bezocht te hebben, kon ik met mijn collega's het enorme complex van binnen bezichtigen, waarna we in de bibliotheek eindigden.

Onze bibliotheek wil meer reuring. Nou, dat is ze in "De Hallen" met een café, een restaurant, een hotel, allerlei winkels, een bioscoop en een heuse televisiestudio aardig gelukt....

maandag 3 april 2017

Kees

Het dozijn kinderen is niet meer en het dozijn zal ook nooit meer compleet zijn.

Gisterenochtend is mijn oudste broer Kees onverwachts overleden. Een dag of 10 eerder had hij een zware operatie ondergaan, waarbij een flink gezwel bij zijn been was weggehaald. Het gezwel woog bijna 7 pond.
Afgelopen woensdag was hij ontslagen uit het LUMC en ging hij ont te herstellen en te revalideren naar het Revitel, waar Ada en ik hem zaterdagmiddag na de koorrepetitie bezochten.
We hadden het uitgebreid over zijn tuin met zeer veel verschillende tulpen en narcissen, de grootste verzameling bijzondere bloembollen ter wereld. Ook het krantenartikel in het Leidsch Dagblad over zijn zoon Eric kwam uitgebreid aan bod.

Ieder voorjaar weer was het op zijn land een rijk palet van kleuren en vormen als de narcissen en tulpen opkwamen. Zijn hele werkzame leven, en dat begon al toen hij een jaar of 14 was, heeft hij in weer en wind gebouwd aan deze collectie, waar hij zelf ook volop van genoot.

Het was een gezellig bezoek. Bij het afscheid zei Kees, dat hij het voorjaar in de Bollenstreek miste.
"Ach Kees, knap nu maar verder op. Volgend jaar is het nieuwe ronde, nieuwe kansen. Dan kun je er weer van gaan genieten. Het heeft niet zo mogen zijn. Gisterenochtend kreeg hij om 9 uur in zijn kamer ontbijt op bed en 20 minuten later werd hij dood gevonden. De doodsoorzaak luidde hartfalen.
Achteraf weten Ada en ik, dat we de laatste familieleden waren, die hem in levenden lijve gezien en gesproken hebben.

De laatste maanden haalden we vaak jeugdherinnering op. Zoals aan onze hond Pluto. Deze trouwe viervoeter kwispelde altijd luid en duidelijk op de houten planken als Kees eraan kwam. Maar ja, mijn broer verzorgde Pluto dan ook zeer goed. Hij kreeg wel eens een boterham met sambal. Om de daardoor ontstane dorst te kunnen lessen, kreeg Pluto er wel een bak met water bij.

Toen Kees in de puberteit op de bollenvelden werkte in de jaren '50, waren er op die velden ouderwetse poepdozen, die half boven de sloot hingen. Uitgedaagd door zijn collega's op het land pakte Kees wat brandnetels, bond deze aan een stok en toen zijn baas zat te bouten, werd hij liefdevol door de brandnetels over zijn billen geaaid.

Nu zijn wij met hetzelfde pek overgoten. In de jaren '70 ging ik met wat schoolvrienden bijna ieder jaar in de zomervakantie bij Kees werken: bollen rooien en bollen pellen. We fietsten dan van Nieuw-Vennep naar De Zilk.
Ik had mijn broer bij aankomst op de eerste werkdag om 8 uur 's ochtends boven op de kast met de simpele mededeling: "Zo, dan gaan we beginnen met een pauze!"

In 2013 kreeg Kees erkenning voor zijn enorme werk voor de bloembollencultuur in Nederland. Hij werd geridderd. Ook al ben ik niet helemaal objectief, in mijn ogen volkomen terecht. Wie wel eens op zijn land geweest is, begrijpt dat volkomen.

Vorig jaar stond er een uitgebreid artikel over Kees in Landleven.


Dit jaar was dat het geval in Groei en Bloei.


Kennelijk hadden ze in de Hof van Eden dringend behoefte aan een uitmuntende tuinman, waardoor Kees plotsklaps werd weggeroepen....